SCHR. VRAGEN VAN DE LPM AAN HET COLLEGE EX ART. 41 RVO
Betreft: memo maatregelen gebruik en inrichting openbare ruimte kernwinkelgebied in relatie tot Corona (COVID-19) virus van fietsen, fietsparkeren en het verblijven met de fiets in het kernwinkelgebied.
Middelburg, 30 mei 2020.
Geacht college,
Allereerst dit.
Wij hebben bewondering voor de daadkracht van het college in deze crisis. Wij kunnen ons ook goed voorstellen dat deze problematiek geheel of gedeeltelijk langs het college heen is gegaan. Het gaat hier niettemin om reële belangen van onze Middelburgers.
Het college wordt daarom verzocht zo spoedig mogelijk schriftelijk antwoord te geven op de volgende vragen.
1. In het memo van 29 mei j.l. wordt door het college gesteld dat er wel degelijk een juridische grondslag is voor enkele ‘corona’-verboden, met name voor het fietsen, fietsparkeren en het lopen met de fiets aan de hand, dat alles in het kernwinkelgebied. Het college stelt dat deze zijn gebaseerd op het RVV in combinatie met BABW (Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer). Het college ziet zich gerechtigd deze maatregelen te treffen omdat er sprake zou zijn van een zogeheten ‘andere dringende omstandigheid van voorbijgaande aard’. Gesuggereerd wordt dat de corona-crisis een dergelijke omstandigheid is. Dit is in tegenspraak met het feit dat de betrokken wethouder op de vergaderingen van de cies Ruimte en AB voor deze verboden geen juridische grondslag heeft genoemd. Kan het college deze gang van zaken beamen?
2. Genoemde juridische grondslag (RVV/BABW) heeft het college ons inziens pas na de raadsvergadering van 28 mei j.l. aan de Raad medegedeeld. Kan het college dat laatste bevestigen en kan het college aangeven waarom dit dan niet is gebeurd in de commissies Ruimte of AB?
3. Na de afgelopen cie Ruimte heeft het college bij monde van onze wethouder bevestigd aan de LPM dat het college besefte dat een verbodsbevoegdheid ontbrak. Dit was voor ons van belang i.v.m. het fietsparkeren en het lopen met de fiets aan de hand. Ook heeft het college bij monde van wethouder Simons in een telefonisch gesprek met de fractievoorzitter van de LPM beaamd dat er in juridische zin geen sprake was of zou zijn van te handhaven verboden maar slechts van (te handhaven) verzoeken cq adviezen. Ook is door het college ons steeds coulance voorgehouden bij handhaving. Kan het college deze gang van zaken bevestigen?
4. De vraag is verder of het nadere inzicht omtrent de toepasbaarheid van deze bepalingen in het BABW juist is. Kan het college gemotiveerd aangeven waarom het fietsparkeren en het lopen met een fiets aan de hand tijdens deze corona-crisis een ‘dringende omstandigheid van voorbijgaande aard’ is, zodanig dat dit verboden mag worden?
5. Is het college het met ons eens dat voorgaande vraag eigenlijk richting Raad door het college zelf had moeten worden opgeworpen en zeker door het college zelf had moeten worden beantwoord?
6. Kan het college voorts bevestigen dat het college al voor 28 mei bekend was met het standpunt van de LPM, namelijk dat de LPM tegen het uitgebreider verbieden van fietsen is, tegen het verbieden van fietsparkeren ( inclusief het verwijderen en verplaatsen van fietsparkeerplaatsen zoals door het college uitgevoerd) en tegen het verbieden van lopen met de fiets aan de hand, dit alles in het kernwinkelgebied, vooral omdat ze in verkeers/corona-technische zin niet nodig lijken en nadelig uit kunnen vallen voor oudere en kwetsbare inwoners?
7. Gezien het feit dat er tot 29 mei jl. slechts sprake was van niet-afdwingbare maatregelen nam de LPM het voordien niet al te zwaar op. Het was ons veel waard het college in deze dynamische tijd niet voor de voeten te lopen. NU ligt dat echter anders: inwoners kunnen tegen onze wensen in keihard beboet worden, nog los van de grief dat we voor de raadsvergadering anders waren voorgelicht en het college dit verbieden in onze beleving nu pas aan de Raad bekend heeft gemaakt. Kan het college gedetailleerd aangeven hoe het met de door het college ingestelde genoemde verboden om wenst te gaan?
8. Is het, gelet op de vorige vraag, bijvoorbeeld denkbaar dat ouderen die hun fiets gebruiken in het kernwinkelgebied voor boodschappen, bekeurd gaan worden? Is het denkbaar dat ouderen en kwetsbaren, welke hun fiets in het kernwinkelgebied meer nodig hebben dan andere burgers, bekeurd gaan worden? Het zou ons, laat dit vooral duidelijk overkomen, een gruwel zijn.
9. Uit 36 BABW maken wij op dat de raad als bevoegd gezag deze tijdelijke maatregelen ongedaan kan maken. Kan het college dat bevestigen? Kan het college verder bevestigen dat een in de volgende raadsvergadering ingediende en aangenomen motie met deze strekking door het college zal worden uitgevoerd?
10. Voor alle duidelijkheid. De LPM is zeker niet tegen Coronamaatregelen. Dat die nodig zijn, zowel kwantitatief als kwalitatief, snapt de LPM ook wel. Maar de LPM is wel tegen het verbod op fietsparkeren ( inclusief het verwijderen en verplaatsen van fietsparkeerplaatsen zoals door het college uitgevoerd) en tegen het verbod om met de fiets in de hand in het kernwinkelgebied te lopen, een en ander zoals het college dit heeft kenbaar gemaakt. Kan het college aangeven dat het nu dan wel goede notie genomen heeft van dit standpunt (wat de LPM zoals eerder vermeld vanaf het begin heeft kenbaar gemaakt)?
11. Nu we toch bezig zijn, de LPM is ook volstrekt tegen het verdwijnen van de bushaltes Koestraat en Turfkaai omdat de mensen dan naar het Station of de Langevieleweg of de Blauwedijk moeten lopen . Dit is bv niet te doen voor ouderen daar in de buurt al dan niet met koffers. Kan het college ook hier aangeven dat het goede notie genomen heeft van ons standpunt? En kan het college aangeven of het daadwerkelijk voornemens is deze maatregelen te nemen?
12. Er zijn tenslotte nogal wat klachten binnengekomen bij de LPM van burgers welke nu ongevraagd en zonder enige vorm van overleg tijdelijk fietsparkeerplekken voor hun deur krijgen. Is het college met ons van mening dat hier op zijn minst betere communicatie (dan bv een brief in de bus ca een uur voor aanvang van de werkzaamheden) en/of overleg plaats had moeten vinden? Kan het college voorts aangeven hoe het deze klachten af gaat handelen?
In afwachting van uw antwoord,
met vriendelijke groet,
namens de fractie van de LPM,
Piet Kraan, fractievoorzitter.
Memo 29 mei maatregelen inrichting kernwinkelgebied
Beantwoording schriftelijke-vragen-inzake-maatregelen-gebruik-en-inrichting-openbare-ruimte