Beantwoording schriftelijke vragen (art. 41 RvO)
Geachte heer Aarnoutse,
Hieronder treft u aan de beantwoording van uw vragen, die u namens fractie LPM heeft gesteld in het kader van Opgelegde boetes en fietsoverlast binnenstad – LPM .
In diverse straten om de winkelstraten heen (De Geere, Plein 40, oa) bereiken ons berichten over overlast van fietsers en ondernemers die uit noodgreep maar spullen op straat zetten. Hierdoor hopen zij klanten en zichzelf te beschermen. In de PZC lezen wij dat de spullen op straat niet mogen en ondernemers boetes krijgen opgelegd. Dit lijkt ons niet de bron van de overlast aan pakken. We hechten aan de ondernemers in de binnenstad, en bovenal, de veiligheid voor inwoners en bezoekers. Vandaar deze vragen. Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:
- Is het college op de hoogte van de artikelen in de PZC die voortkomen uit ondernemers die boetes krijgen door spullen op straat neer te zetten?
Het college is op de hoogte van twee artikelen in de PZC in dit kader.
- Is het college op de hoogte van het feit dat dit gedaan wordt om fietsoverlast te voorkomen?
De betreffende ondernemers hebben onder andere aangegeven dat overlast van fietsers meegespeeld heeft bij het plaatsen van de spullen.
- Kan het college aangeven waar deze fietsoverlast zover bekend wordt ervaren?
De twee artikelen in de PZC gingen over de Kromme Weele en de Korte Geere.
- Kan het college aangeven wat er nu gedaan wordt aan deze fietsoverlast?
Er wordt regelmatig gehandhaafd op het fietsen in de binnenstad door de Boa’s, incidenteel is dat in het verleden ook gezamenlijk met de politie gedaan. Er zijn ook boetes uitgeschreven.
- Is het college het met ons eens dat het beter is foutfietsers aan te pakken in plaats van de ondernemers die hun gasten proberen te beschermen?
Beide overtredingen dienen te worden gehandhaafd, zeker indien er klachten zijn. Zowel over fietsers in voetgangersgebieden als over het plaatsen van voorwerpen in deze specifieke voorbeelden, zijn klachten binnengekomen waarop handhaving is ingezet.
- Zo ja, hoe is het college van plan dit te doen? Zo nee, waarom niet?
Zoals gezegd beiden, het een sluit het ander niet uit. Bij de mate of intensiteit van de handhaving, dient wel rekening gehouden te worden met de beperkte capaciteit en de vele taken die bij handhaving en ook bij de politie uitgevoerd dienen te worden.
- Is het college bereidt in gesprek te gaan met de ondernemers in het centrum, om zo tot een werkbare oplossing voor alle partijen te komen? Zo nee, waarom niet?
Er is reeds periodiek overleg met de VOM, de vertegenwoordiging van de Middelburgse Ondernemers.
Indien gewenst komt dit onderwerp daar ook op de agenda.
Overigens wordt door het college bezien of een reeds eerder aangekondigde proef van het opheffen van het fietsverbod in de Korte Geere en de Gravenstraat, alsnog uitgevoerd kan worden.
In de huidige situatie zijn de Gravenstraat en Korte Geere aangeduid als voetgangersgebied, waarbij fietsen is toegestaan tussen 18.00 en 11.00 uur (en bevoorradingsverkeer op maandag tot en met zaterdag, dagelijks van 6.00 tot 18.00 uur).
Om fietsen altijd toe te staan moet de tijdbeperking (18-11h) op het onderbord onder het fietssymbool worden verwijderd. Het college heeft deze optie bij wijze van proef al in een eerder stadium (net vóór de coronamaatregelen) aan alle belanghebbenden voorgelegd. Belanghebbenden zijn in dit geval de bewoners en bedrijven in deze straten. Er zijn toen geen reacties binnengekomen.
Omdat dit inmiddels enige tijd geleden is, wil het college de belanghebbenden opnieuw informeren en uitnodigen om vóóraf te reageren op de proef, waarna de proef al dan niet uitgevoerd kan worden.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Middelburg,
de secretaris de burgemeester mr. A. van den Brink mr. H.M. Bergmann