Kanttekeningen van de LPM bij het herstelplan van 30 september 2020 en bij de WMO , januari 2021
Op 1 juli 2020 kregen wij te horen van de provincie dat, als we niet voor 1 oktober met een herstelplan kwamen, de provincie de zaak over zou nemen, en er kon niet worden gewacht volgens de provincie tot de begroting in november. Ook legde het provinciebestuur het advies van het kabinet om gemeentes wat soepeler te behandelen in deze, naast zich neer en kwam dus met een niet mis te verstaan dreigement.
Daarom het herstelplan, een raamwerk wat we nog moeten gaan invullen, eigenlijk afgedwongen door de provincie.
Wie zaken afdwingt bij een ander kan niet verwachten dat de ander erbij gaat staan juichen. Dat mocht het college masochistisch dan wel doen, wij als LPM juichten bepaald niet en wij begrijpen heus wel dat andere partijen dat ook niet deden.
Wij nemen toch de verantwoordelijkheid voor dit afgedwongen herstelplan, zeker, maar stellen daarbij ook twee dingen vast.
Ten eerste.
Afgedwongen zaken (maar die niet overigens alleen) hebben , realistisch bekeken, slechts een houdbaarheid tot de volgende verkiezingen, in dit geval tot over een dik jaar. Dit herstelplan ( vierjarig!) regeert eigenlijk over zijn eigen graf heen. Daarbij stellen wij ook vast dat de provincie niet gaat over de verkiezingsprogramma’s van de landelijke partijen, laat staan over het onze van de LPM.
Ten tweede.
De LPM wil niet dat, door zaken af te dwingen, er onherstelbare schade ontstaat in de Middelburgse samenleving. En om dat te voorkomen, dat nu was de strekking van het mede door ons toen ingediend amendement. Daarom is de taakstelling subsidies teruggedraaid van ruim 1.000.000 naar nul. Daarom is het minimabeleid ongewijzigd gelaten. Bij dreigende maatschappelijke schade kunnen we alsnog verder ingrijpen en dat zullen we doen ook.
Had de LPM dan verder geen bedenkingen bij dit herstelplan? Zeker wel . Zo zagen wij , een enkel voorbeeld wat wij onlangs hoorden, bij het sociaal domein, dat het maar de vraag is of een scootmobielpool iets meer oplevert dan maatschappelijke onrust. Maar dat stellen we nu ook nog niet vast. Daar moeten we allemaal later nog over besluiten. Is er later dan ruimte om van het herstelplan af te wijken? Ja, natuurlijk wel.
Als het niet anders kan dan verliest ook de keizer zijn recht en zullen we er wel van af kunnen moeten wijken. Ook raadsbesluiten zijn immers geen wetten van Meden en Perzen en ook raadsbesluiten werken soms anders uit dan we denken, zeker afgedwongen raadsbesluiten. En dan passen we dat aan.
Dit herstelplan geeft slechts een met cijfers onderbouwde richting aan. De Raad is uiteindelijk de baas van Middelburg en niemand anders en dat bewijzen alle toen ingediende amendementen. Het kan anders maar iets zullen we wel moeten doen. Na de formatie zal het nieuwe kabinet ook iets moeten doen, namelijk haar verantwoordelijkheid nemen en de gemeentes financieel helpen. Dit kabinet Rutte drie heeft dat zorgvuldig nagelaten.
Wij geloven tenslotte oprecht in het primaat van de gemeenteraad. We doen ons best en als het niet lukt dan doen we iets anders en daarbij is de raad leidend.
Het heeft ons dan ook hogelijk verbaasd tijdens de meer dan vijf uur durende behandeling van het herstelplan, ook in de commissie AB, dat andere partijen, met name vanuit de oppositie, dat vertrouwen in die rol niet hebben of spelen dat ze die niet hebben Men eiste onderbouwing en toen die kwam en duidelijk werd dat heel veel keuzes nog niet vaststaan was ook dat niet goed. Die keuzes komen dus nog aan de orde in komende raadsvoorstellen maar kennelijk vertrouwt men zichzelf daarin niet. Jammer. We stelden dus eigenlijk geen keuzes vast maar meer een richting.
Wij vertrouwen daarbij op de zelfreinigende functie van de Raad.
Wij hebben net zo weinig zin in deze hersteloperatie als de oppositie.
Bezuinigen is nu eenmaal een weinig populaire bezigheid. Maar we moeten wel.
Hier staan wij . Het kan even niet anders. Na de verkiezingen zien wij weer.
Nog iets.
Aan ruzie hebben we helemaal niks maar er moet helaas toch ook wel iets gezegd worden over de opstelling en verantwoordelijkheden van sommige partijen in deze raad bij dit herstelplan en andere zaken zoals de wmo en de jeugdzorg
Allereerst D66 en de CU, beide partijen welke in het kabinet Rutte drie zaten en zitten. Het lijkt er op dat beide partijen koketteren, ik heb er geen ander woord voor, met de problemen die ze zelf in Den Haag voor Middelburg en ander gemeentes lijken te hebben veroorzaakt en waarvoor ze zelf in ieder geval nu regeringsverantwoordelijkheid dragen. Daar horen wij ze in de Raad niet over , het moet kennelijk maar doodgezwegen worden dat zij medeverantwoordelijk zijn voor het feit dat wij zoveel moeten bezuinigen. D66 maakt het nog bonter door aan te geven en er prat op te gaan dat zij in nauw contact staan met tenminste twee kamerleden en , als we het goed begrepen hebben, op bezoek geweest zijn bij een instantie in het sociaal domein. Dat men daar met de staart tussen de benen vertrokken is, daar horen we niets van. En van resultaten bij kamerleden tav onze bezuinigingen horen we ook niks concreets .
. Dus zou ik daarover maar helemaal zwijgen, als ik D66 was.
Men gaat verder prat op het landelijk karakter van een eigen partij maar vergeet daarbij de landelijke blunders en maatregelen te vermelden welke mede Middelburg aan de rand van de afgrond hebben gebracht. Ja, zo kunnen wij het ook. In plaats daarvan mag de LPM samen met andere partijen welke hierin wel hun verantwoordelijkheid hebben genomen, proberen de financiële rotzooi op te ruimen welke mede veroorzaakt zijn in Den Haag en waarvoor de CU en D66 medeverantwoordelijkheid draagt.
Ze worden bedankt.
Hetzelfde geldt ook, in mindere mate weliswaar, voor de PvdA en , nogmaals, voor de CU in het sociaal domein. Beiden maken het in het sociaal domein erg bont, al doet D66 weinig voor hen onder. Over TIM zijn met name deze twee partijen buitengewoon bij voortduring erg sceptisch en uiterst kritisch en ontevreden, al verzuimt de PvdA categorisch zich op de hoogte te laten brengen van gang van zaken bij TIM maar heeft daar wel een oordeel over. Indirect wordt Porthos daarmee op bedenkelijke wijze op het schild geheven.
Maar is dat op het schild heffen van Porthos wel terecht? Een kleine greep uit wat wij aantroffen toen we aantraden in deze coalitie.
Wij als gemeente hadden geen enkel zicht op de werkwijze van Porthos, en dus ook niet op de consequenties, o.a. aangaande financiën en kwaliteit,
Einddata werden niet gehanteerd ( kind van 4 kreeg speltherapie tot het 18e levensjaar),
Er werd niet of nauwelijks structureel geëvalueerd,
Verantwoordelijkheid voor casussen was niet of zeer slecht belegd,
ondersteuningsplannen bevatten geen (smart) doelen, waren niet gericht op tijdigheid van zorg , niet op einddatum daarvan en niet op evaluatie en heel vaak werden hulpmiddelen (onder andere onderhoud en verzekering) vergeten,
Brieven en formats waren niet in orde (oa juridisch),
Weinig tot geen training en coaching medewerkers,
Geen structureel vormgeven van werkoverleggen en intervisie,
Geen risicotaxatie (was in voorbereiding bij Porthos)
En zo is er nog heel veel meer maar laat ik het maar hierbij laten.
Dit alles heeft ons heel, heel veel geld gekost, geld wat we nu niet meer hebben en dit alles is gedaan onder de medeverantwoordelijkheid in de vorige coalitie, waaronder PvdA en CU en dat hadden ze kunnen en moeten weten. Waren ze maar eerder zo kritisch en sceptisch geweest over Porthos als ze nu onterecht en kennelijk in onwetendheid over TIM zijn. Wij hebben het de drie wethouders gevraagd die in deze coalitie zitten maar ook in de vorige. En we kregen driemaal hetzelfde antwoord: “ we hebben het met Porthos uit de hand laten lopen. We hadden beter op moeten letten.”
Nu mogen wij als lokale partij dan samen met anderen de scherven oprapen en proberen om onder de ogen van voortdurende kritische hoon en volslagen gebrek aan zelfinzicht van de oppositie een en ander te repareren. We lopen daar niet voor weg.
Wij hebben verder altijd gezegd dat de oppositie de kwaliteit van het openbaar bestuur bepaalt. De juistheid van deze stelling kunnen wij bij deze oppositie , de goeden niet te nagesproken, helaas onvoldoende ontwaren.
We spreken dan tenslotte ook de hoop uit dat de oppositie haar houding wil, kan en zal herzien. Neem een voorbeeld aan Groen Links en SP, zouden we willen zeggen. En dan: over een jaar krijgen wij allen immers bij de verkiezingen nieuwe kansen. Wellicht stemt dat vooruitzicht de oppositie iets vrolijker.
De kwaliteit van het openbaar bestuur kan daar alleen maar mee winnen. Laten we het hopen.
En laten we dan ook maar de hoop uitspreken dat bij de gehele oppositie ( en niet alleen bij enkelingen) het besef gaat gloren dat besturen betekent dat je de volle verantwoordelijkheid moet nemen, ook en juist voor gemaakte fouten. Dat is in het belang van onze burgers, dat is in het belang van een goed bestuur, dat is in het belang van onze democratie.
En dat is het belang wat wij als LPM zo goed mogelijk willen, kunnen en moeten dienen. Daarbij past ook de LPM, maar zeker ook alle andere landelijke partijen, uitsluitend bescheidenheid .
Piet Kraan, fractievoorzitter